blog 5 - rijden onder invloed (1)

Gepubliceerd op 21 juni 2022 om 10:17

Iedereen kent de slogan wel die zijn opgang kende via de zender MTV:  'don't drink and drive'. Ik spreek over begin jaren '90. In die tijd kende veel mensen die uitspraak maar niet velen pasten het ook daadwerkelijk toe. Ik zei het al: er moest toen al veel gebeuren vooraleer je aan de kant moest gaan staan. En een mogelijke sanctie hing af van het feit of je nog kon praten en/of steeds behoorlijk recht kon stappen. Maar in 2006...

© gustavofrazao/Istock

Na een aantal jaren zat er sleet op de business relatie met mijn ‘partner in crime’. Hij dronk steeds meer. Zijn dag begon tegen de middag, dan ging hij rechtstreeks naar het restaurant, met de nodige drank er bij. Rond 18u begon hij me te bellen want dan kwam hij plots met “geniale” sales ideeën op de proppen.  Net op het moment dat mijn werkdag er op zat dus.

Ik werkte thuis in die tijd. Mijn piepjonge dochter zei eens: "papa, ook al weet ik dat je de hele tijd werkt, ik vind het leuk dat je thuis bent." De jaren daar voor bleef ik wel eens hangen in Brussel in een café. Mijn vrouw moest dan meestal uit een vergadering rennen richting de kinderopvang. Maw: zo’n ‘voorbeeld vader’ was ik niet. Maar ik was wel meer thuis als voorheen, een stap vooruit dus.

 

De 14e januari was het. Ik ging met de bewuste collega gaan eten in Brussel en zou ten laatste tegen middernacht thuis zijn.  ’s Anderendaags verjaarde mijn vrouw. Ik had haar al bloemen gegeven voor ik naar het restaurant vertrok. Een voorteken?  

Ik was in vorm om hem eens goed naar zijn voeten te geven. Ik was gestopt met roken, hij rookte van die stinkende cigarillo’s. Om de haverklap ging hij dan ook naar buiten om te roken. Want de stress werd hem te hoog. En dan zat ik daar telkens alleen. Dat maakte mijn vrouw ook mee vroeger. Als enige niet roker zat ze eens moederziel alleen aan tafel terwijl de 5 anderen - inclusief mezelf - naar buiten gingen voor een nicotine shot. Roken is in feite de verslaving van de domoren. Want je hebt er echt niks aan. Maar wie ben ik om dit te zeggen want ik deed het zelf meer dan 20 jaar… Maar telkens de collega alweer even naar buiten ging wist ik niet beter dan me bezighouden met de rest van de dan geopende fles wijn op te drinken.

 

Smartphones bestonden al. Ik was bekend als de man met de Blackberry, net als onze toenmalige premier. Degene die de Marseillaise begon te zingen wanneer ze vroegen of hij het Belgische volkslied in het Frans kende. Maar met zo’n ‘Blackberry Pearl’ kon je nog niet zo gek veel doen. Emails ophalen en wat info lezen, zoals bij teletekst destijds. Vandaar dat ik me op de wijn focuste.

Na wat harde woordenwisselingen reden we naar huis, beiden met een te veel aan alcohol achter onze kiezen. Mijn avondlijke rit van 35km met die hoeveelheid rode wijn in mijn lichaam, werd mijn zwanenzang. Het was nipt want op… 200 meter van thuis… stond er een combi die het vreemd vond dat mijn grote lichten niet aan stonden. Ik vond er niets beter op dan gas te geven en kreeg meteen een loeiende sirene achter me aan. Ik stopte pas 300 meter verder, intussen al een stuk voorbij ons huis.

 

Beide ‘flikken’ waren nog jong (een man en een vrouw). En hun “blaasmachine” leek niet te werken. En zo moest ik mee naar hun kantoor. Niet in mijn eigen dorp maar naar de bureau die 12km verderop lag. Reden: 2 gemeentes werken samen op politiegebied. Mijn auto bleef uiteraard staan. Ik stapte de combi in met alleen een t-shirt aan. Daar hadden ze me toch mogen op alluderen. “Meneer, het vriest buiten, doe je jas maar aan.” Maar ze begonnen cynisch te praten. “Lukt het niet, meneer?” kreeg ik als vraag toen ik mijn gordel wou aandoen, eenzaam en alleen op de achterbank. Helpen kwamen ze me niet doen. Ze hadden het gezellig met hun tweetjes wat verderop. Die hebben zeker een relatie, bedacht ik me.

 

Eenmaal aangekomen moest ik me heel even vasthouden aan de deurstijl toen ik hun kantoor betrad. Vreemd want van de combi naar de ingang stapte ik heel vlot. De commentaar die er op volgde: “u bent duidelijk dronken hé, meneer!?” Alsof er daar nog twijfel over bestond?

Vervolgens wou het blazen niet lukken. Niet omdat ik té dronken was – al zal dat ook niet geholpen hebben - maar omdat het mijn eerste keer was…   En in die tijd moest je wel flink doorblazen. Ik had er al veel verhalen over gehoord. Ook tips om minder te 'tekenen'. Je zou heel zacht moeten blazen, in stukjes. Of zo'n ros 50 centiem muntje in de mond moeten steken want dan ging er minder alcohollucht door dat pijpje.  Echter, we zaten al een tijdje in het Euro-tijdperk en ik had al mijn aandacht nodig om correct te blazen. Ze begonnen al te spreken over een bloedafname.

 

Meer woorden had ik niet nodig, plots lukte het blazen wonderwel.

 

De paniek kwam naar boven want het waren best wat promilles die ik onder ogen kreeg. Hoeveel ben ik vergeten want de meeteenheden waren toen recent veranderd. Alleszins genoeg om te horen dat mijn rijbewijs bij hun mocht logeren en dat mijn auto moest blijven staan waar die stond. En dat er nog andere onprettige straffen zouden volgen.

 

Mijn auto stond 12km verder, er toch mee verder rijden was niet eens een optie op dat moment. Maar ik begon nerveus te worden en daardoor ook wat bitsiger in mijn antwoorden. Ze waren zo vriendelijk om me voor te stellen mijn persoon naar huis te brengen. In plaats van dat in dank te aanvaarden, weigerde ik. Ook omdat ik vreesde dat mijn taalgebruik er niet op ging verbeteren op de terugweg. Om middernacht thuis zijn, dat ging niet meer lukken. Dat uur was immers al aangevat. En ik had nog een wandeling van minstens 3 uur voor de boeg. Terwijl het ijzig koud was buiten. En mijn bast was alleen maar bedekt door een t-shirt…

 

Wordt vervolgd

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.